VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Gebroken hart ex-vrouw weegt zwaarder dan € 250 extra voor echtelijke woning

Geplaatst op: 23-01-2019, 11:21:59

Hell has no fury as a woman scorned. Dus toen man na 33 jaar huwelijk zijn vrouw inruilde voor een nieuwe partner en hij met haar in de echtelijke woning wilde gaan wonen, stak zijn ex-vrouw daar een stokje voor. De rechtbank Oost-Brabant geeft de vrouw gelijk en stelt dat de man conform het convenant moet meewerken aan verkoop van de woning aan een derde, ook al heeft hij zelf € 250 meer geboden. 

Begin 2017 loopt het huwelijk tussen de echtelieden op de klippen. In het echtscheidingsconvenant, door beiden in mei 2017 ondertekend, wordt afgesproken dat de echtelijke woning wordt verkocht aan een derde. Nadat de nog openstaande hypotheekschuld van € 112.000 is ingelost delen de ex-partners in de verkoopopbrengst. Tot de verkoop van de woning blijft de man in de woning wonen, waarbij alle kosten voor zijn rekening komen.

Nieuwe vlam

Nog diezelfde maand komt er al een bod op het huis binnen van € 235.000. Zowel voor de vrouw, die akkoord kan gaan met € 240.000, en haar ex-man is dit bod te laag. Hij wil € 245.000. Eind dat jaar komt hij zelf echter met een bod van € 225.000 op de echtelijke woning omdat hij daar met zijn nieuwe vlam wil gaan wonen. Zijn ex-vrouw gaat daar niet mee akkoord waardoor de gebroken echtelieden voor het eerst voor rechter verschijnen. De kort geding-rechter wijst de vordering van de man echter af om de woning aan hem te verkopen.

Vrije verkoop

De man laat, nadat de eerste makelaar door het aanhoudende geruzie is afgehaakt, de woning taxeren door een tweede makelaar. Deze stelde de waarde van de woning vast op € 225.000, maar opnieuw is de voorzieningenrechter in juli 2018 onvermurwbaar. Dat de man een even hoog bod op de woning wil doen, is volgens de rechter niet doorslaggevend. Ook heeft de vrouw het recht om de woning in de vrije verkoop aan te bieden.

€ 250 hoger bod

Een derde makelaar stelde waarde van de woning vervolgens vast op € 237.500 en adviseert een verkoopprijs van € 250.000. Na een vruchteloos bod van € 245.000 op de woning door de ex-man -de ex-vrouw houdt vast aan openbare verkoop- komt er eind oktober vorig jaar een finaal bod van € 265.000 van een buitenstaander op de woning. De ex-man neemt contact op met de makelaar en stelt dat hij het bod met € 250 wil overtreffen. Zijn ex-vrouw gaat daar echter niet meer akkoord.

Handtekening leveringsakte

In nieuwe zitting voor de kantonrechter eiste de man dan zijn ex alsnog meewerkt aan de verkoop van de echtelijke woning aan hem. De vrouw wijst echter op het convenant en eist op haar beurt dat de man meewerkt aan de verkoop van de woning aan de externe aspirant koper. Beide gebrouilleerde ex-echtgenoten verlangen van elkaar een handtekening op de leveringsakte voor de verkoop van de woning.

Emotionele binding

In de laatste eis trad de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant vorige week niet.  “De voorzieningenrechter kan niet bepalen dat een leveringsakte rechtsgeldig in de openbare registers kan worden ingeschreven.” Wel bepaalde rechtbank dat de man zal moeten meewerken aan verkoop aan de derde. Hij is daarbij gehouden aan het convenant. Er is volgens de rechter geen bezwaar tegen de verkoop van de woning aan de geïnteresseerde derde. “De man beroept zich erop dat hij eigenaar van de woning is, hij een emotionele binding met de woning heeft, hij zijn kinderen in de woning heeft zien opgroeien en investeringen in de woning heeft gedaan. Hetzelfde geldt voor de vrouw. Ook zij is eigenaar van de woning, heeft een emotionele binding met de woning, heeft haar kinderen in de woning zien opgroeien en heeft samen met de man investeringen in de woning gedaan. Voor de man is van belang dat hij in de woning kan blijven wonen. Voor de vrouw is van belang dat de woning aan een derde wordt verkocht omdat voor haar niet te verteren is dat de man in de woning met zijn huidige partner verder gaat na 33 jaar huwelijk met de vrouw.”

33 jaar huwelijk

Wat de voorzieningenrechter betreft dienen de belangen van de vrouw te prevaleren boven de belangen van de man. “De man heeft geen enkel begrip getoond voor de emotionele problemen die de vrouw heeft omdat de man, na 33 jaar huwelijk in de woning met een nieuwe partner is gaan samenwonen. (…) Omdat de man de in het convenant overeengekomen verkoopprocedure heeft gefrustreerd, thans een derde geïnteresseerde bereid is voor de woning een bedrag van € 265.000,- te betalen en dit bedrag ruim meer bedraagt dan de vrijblijvende waardebepaling van de makelaar van € 237.500,-, terwijl de man al geruime tijd “zit” op het deel van de vrouw in de overwaarde van de woning, zullen de reconventionele vorderingen van de vrouw die zien op de verkoop van de woning aan de geïnteresseerde derde worden (gedeeltelijk) worden toegewezen.”

Als de man blijft weigeren om zijn krabbel te zetten bij de notaris op de akte van levering, maakt de uitspraak van de rechter de koopovereenkomst met de koper rechtsgeldig.

Bron: bijdrage van Robert Paling van 14 januari 2019 op www.amweb.nl           

Vorige pagina